Vanhaezebrouck over Rode Duivels: "Ik wil gewoon mijn 'papierke' zodat ik trainer kan worden"
Inhoudsopgave
Dat België de naam van een trainerskerkof heeft, mag al langer dan vandaag duidelijk zijn. Volgens Hein Vanhaezebrouck ligt het probleem bij de 'grote namen'. Bestuurders kiezen te makkelijk voor die 'namen', op basis van hun spelerscarrière, terwijl dat niet altijd de juiste manier is.
"Wij zien uit onze academies weinig trainers doorgroeien, en dat is jammer", vertelt Vanhaezebrouck in Het Nieuwsblad. "Kijk naar Duitsland, waar dat wel lukt. Maar zeventien van de achttien trainers waren eerst hoofdcoach op een lager niveau. Wat doen ze in België? Hier organiseert Roberto Martinez een spoedcursus voor alle Rode Duivels, zodat ze zo snel mogelijk hun diploma kunnen krijgen en ergens T1 kunnen worden."
"Het doet me denken aan mijn UEFA A-cursus in België, die ik samen volgde met spelers die een grote internationale carrière maakten. Er waren er bij die zeiden: Al die zever over de jeugd, dat interesseert mij niet. Ik heb dat niet nodig, ik wil gewoon mijn papierke zodat ik trainer kan worden. Terwijl ik dat net een noodzaak vond om een goeie trainer te worden."
"Sorry, maar dan ga je voorbij aan de essentie van het trainersvak. Zo loopt het fout en wordt ons trainerskerkhof straks nog wat groter. Want het is niet omdat je een topvoetballer was en honderd caps hebt behaald, dat je automatisch een toptrainer wordt."
Clement & Belhocine
"Let op, ik vind het positief dat veel van die Duivels die cursus willen volgen. Maar er moet hen worden ingeprent dat het beter is om eerst een cyclus van een jaar of zeven te doorlopen. Zoals Philippe Clement het heeft gedaan. Of Karim Belhocine, die tijdens zijn carrière als speler al verschillende jeugdploegen trainde."