VIDEO: Hoe deden Lionel Messi en Cristiano Ronaldo het op eerdere WK’s?

Lionel Messi en Cristiano Ronaldo beginnen beiden aan hun vierde WK. Ronaldo en Portugal kwamen samen nooit verder dan de halve finale (2006), terwijl Messi met Argentinië de verliezend finalist van 2014 was. Kan één van de twee supersterren half juli eindelijk de wereldbeker omhoog houden?

De sterren van FC Barcelona en Real Madrid maakten op hun eerste WK overigens meteen ook een doelpunt. In totaal kwam de dertigjarige Messi tot zover tot vijftien optredens op een WK, de 33-jarige Ronaldo kwam dertien keer in actie. Hoe verliepen de vorige WK’s van deze twee sterren?

Portugal, 2006

Portugal was de verliezend finalist van EURO 2004 in eigen land en op het WK in Duitsland, twee jaar later, reikte de ploeg zelfs tot de halve finale. Ronaldo speelde tijdens de eerste twee groepsduels, tegen Angola (1-0 winst) en Iran (2-0 winst). Tegen de Iraniërs maakte de toen 21-jarige Ronaldo één van de twee goals. De achtste finale tegen Nederland werd er één om nooit te vergeten. Khalid Boulahrouz schopte Ronaldo al vroeg uit de krankzinnige wedstrijd, waarin scheidsrechter Ivanov liefst zestien keer geel en vier keer rood trok. Portugal won met 1-0. Ronaldo miste in de kwartfinale (winst tegen Engeland, na strafschoppen), in de halve finale (0-1 nederlaag tegen Frankrijk) en in de strijd om het brons (1-3 nederlaag tegen Duitsland) geen minuut, maar hij kon geen potten meer breken.

Het bizarre kaartenfestival in 2006, Portugal - Nederland:

Argentinië, 2006

De Argentijnen zaten in 2006 ingedeeld in De Poule Des Doods, met Oranje, Servië en Ivoorkust. Messi kreeg in het eerste duel, tegen Ivoorkust (2-1 winst) geen minuten, maar maakte zes dagen later tegen Servië (6-0 winst) zijn WK-debuut. Dat gaf hij met een goal en een assist de nodige glans. In het laatste groepsduel tegen Nederland (0-0) speelde Messi zeventig minuten, in de met 2-1 gewonnen achtste finale tegen Mexico nog maar ruim een halfuur. Argentinië verloor de kwartfinale van Duitsland, waarin Messi de bank warm hield.

Portugal, 2010

Het WK van 2010 liep voor Portugal en zeker voor Ronaldo persoonlijk uit op een teleurstelling. De Portugezen overleefden de groepsfase met wedstrijden tegen Ivoorkust (0-0), Noord-Korea (7-0) en Brazilië (0-0), maar in de achtste finale maakte Spanje een einde aan het WK-avontuur van Ronaldo en co: 1-0. Cristiano zelf maakte één goal en gaf één assist in het duel met Noord-Korea, maar kon verder zijn stempel niet drukken.

Eén van de grootste WK-overwinningen ooit, Portugal - Noord-Korea 7-0:

Argentinië, 2010

Wat voor Ronaldo gold in 2010, gold ook voor Messi. De Argentijnen wonnen weliswaar vier keer op rij; eerst in de groepsfase van achtereenvolgens Nigeria (1-0), Zuid-Korea (4-1) en Griekenland (2-0) en vervolgens in de achtste finale van Mexico (3-1), maar daarna maakte Duitsland hardhandig een einde aan de titelaspiraties van de mannen van bondscoach Diego Maradona: 0-4. Messi miste geen minuut, maar scoorde niet in Zuid-Afrika. Wel gaf hij drie assists.

Portugal, 2014

Zo geweldig als EURO 2016 verliep voor Portugal en Ronaldo, zo dramatisch verliep het WK twee jaar daarvoor. De eerste wedstrijd, waarin Ronaldo ‘gewoon’ negentig minuten speelde, tegen Duitsland ging kansloos met 4-0 verloren. Na een gelijkspel tegen de Verenigde Staten (2-2, assist Ronaldo) en een kleine zege op Ghana (2-1, goal Ronaldo) lagen de Zuid-Europeanen er al uit. Een korte, zeer teleurstellende campagne dus.

Argentinië, 2014

Het WK van 2014, uitgerekend in Brazilië, leek dan eindelijk echt het toernooi van Lionel Messi te worden. De aanvoerder leidde zijn land vier doelpunten naar drie zeges in de groepsfase: 2-1 tegen Bosnië (één goal), 1-0 tegen Iran (één goal) en 3-2 tegen Nigeria (twee goals). In de achtste finale tegen Zwitserland was Messi in de verlenging de aangever van de winnende 1-0 en ook België werd, in de kwartfinale, met het minimale verschil verslagen (1-0). Tegen Oranje in de halve finale wist Argentinië niet te scoren, maar de Zuid-Amerikanen namen de strafschoppen beter dan de mannen van Louis van Gaal: 4-2. En toen… toen kwam de finale, tegen Duitsland. Messi moest de held worden, maar het was Mario Götze die in de verlenging voor de beslissende 1-0 zorgde. Voor Messi restte de absolute troostprijs, die van Speler van het Toernooi.

Heerlijke goal van Messi tegen Iran:

Kortom: we kunnen rustig stellen dat zowel Messi als Ronaldo op het mondiale podium een stuk minder presteert dan op het Europese toneel. Samen zijn de fenomenen goed voor acht WK-goals in 28 wedstrijden, een gemiddelde waar beide spelers normaal gesproken hun bed niet voor uitkomen. Gaat één van de twee supervedetten eindelijk écht schitteren op een WK?